Glas of kristal?
Je kent ongetwijfeld het trucje met de vinger, waarmee je aan de klank kan achterhalen of je wijnglas nu van glas of kristal is gemaakt. Maar wat is nu precies het verschil, en wat is dan weer kristalglas?
Bij kristal is de kalk in het mengsel vervangen door lood. In de 17de eeuw kwam men in Engeland tot de ontdekking dat door in het smeltproces lood toe te voegen, het glaswerk zachter wordt. Daardoor is het eenvoudiger te bewerken, wat de glasblazer of kunstenaar meer tijd geeft om het kristal te vormen. Het is naderhand ook een stuk eenvoudiger te slijpen dan gewoon glas. Door de toevoeging van lood is de helderheid van het materiaal verhoogd, wat wijnkenners natuurlijk bijzonder appreciëren. Om van de prachtige klank bij het klinken nog te zwijgen. Nog een trucje om je wijnglas te testen: als je er zachtjes tegenaan tikt, zal kristal helder “ping” zingen. Glas komt helaas niet verder dan een eenvoudige “pok”.
Daarnaast bestaat er ook nog kristalglas, dat ook erg populair is voor wijnglazen. Volgens de wetgeving mag glas pas kristal heten als het voor minstens 10% uit lood bestaat. Een loodgehalte van minstens 30% geeft dan weer loodkristal, zoals we Swarovski kennen. Wanneer dit geslepen wordt, krijgt het de fonkeling en schittering die doet denken aan diamant.